Wie niet lopen wil

 

Benodigdheden:

-Percussieinstrumenten

 

Hoe ga je te werk?

De tekst spreekt eigenlijk voor zich, de kinderen lopen door de zaal, en bij het woord stil, staan ze stokstijf. Om variatie in het liedje aan te brengen kun je andere dingen bedenken als lopen, zoals in bovenstaande partij al aangegeven is kun je bijvoorbeeld "klappen" gebruiken. Eigenlijk kan je bijna elk werkwoord gebruiken, zolang je het maar uit kan beelden: Rennen, fietsen, huppelen, dansen, etc.

 

Variatie:

Je kan met deze les ook op een andere manier variëren door met ritmeinstrumenten zoals een trommel (wie niet trommelen wil, is stil)

 

Uitbreiding:

Je kan deze les uitbreiden door op een trommel te improviseren en wanneer de trommel stopt stoppen de kinderen met lopen.

 

Verantwoording van de keuze:

Ik heb deze les gekozen omdat ik deze les een fijne combinatie vind van zingen en bewegen, verder is het een les waarmee je de kinderen aan je kunt binden omdat de kinderen goed naar jou dienen te luisteren wat ze moeten doen. Verder kun je zoals je ziet met deze les heel veel kanten op en kan je variëren van instrumenten tot dansen en springen.